In 2016 is de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) ingevoerd. Met deze wet zijn de verklaringen arbeidsrelatie (VAR) afgeschaft. De wet DBA heeft geleid tot onrust en discussie, met als gevolg de instelling van een handhavingsmoratorium. De Belastingdienst kon als gevolg daarvan bij opdrachtgevers alleen bij kwaadwillendheid corrigeren op de kwalificatie van de arbeidsrelatie voor de loonheffingen. Het handhavingsmoratorium is een aantal keren aangepast. Zo kan de Belastingdienst vanaf 1 januari 2020 ook corrigeren wanneer opdrachtgevers aanwijzingen van de Belastingdienst niet binnen een redelijke termijn opvolgen.
De staatssecretaris van Financiën en de minister van SZW hebben in een brief aan de Eerste en de Tweede Kamer de opheffing van het handhavingsmoratorium per 1 januari 2025 aangekondigd. Dit betekent dat met ingang van 1 januari 2025 bij de handhaving op de kwalificatie van de arbeidsrelatie voor de loonheffingen de normale regels gelden voor het opleggen van correctieverplichtingen, naheffingsaanslagen en boetes. Correcties met terugwerkende kracht gaan niet verder dan tot de datum van de opheffing van het handhavingsmoratorium, tenzij sprake is van kwaadwillendheid of als een eerder gegeven aanwijzing niet is opgevolgd.
Volgens de bewindslieden zal de Belastingdienst bij partijen, die schijnzelfstandigheid binnen hun organisatie aanpakken, over 2025 geen vergrijpboetes opleggen bij de correcties inzake de kwalificatie van de arbeidsrelatie. Er kunnen wel verzuimboetes worden opgelegd.
De Belastingdienst stopt met directe ingang met het beoordelen van modelovereenkomsten. Lopende goedgekeurde modelovereenkomsten worden geëerbiedigd tot de einddatum van de goedkeuring. De laatste einddatum is in 2029. Goedgekeurde modelovereenkomsten bieden alleen zekerheid voor zover opdrachtgever en opdrachtnemer feitelijk werken zoals is vastgelegd in de modelovereenkomst.
Onderdeel van de inzet om de positie van mensen op de arbeidsmarkt te verbeteren is het wetsvoorstel Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (VBAR). Dit wetsvoorstel vat bestaande rechtspraak over arbeidsrelaties samen in een overzichtelijk toetsingskader en introduceert een rechtsvermoeden van werknemerschap op basis van een uurtarief. De vorige minister van SZW heeft het wetsvoorstel VBAR voor advies naar de Raad van State gestuurd. Het huidige kabinet zet de behandeling van het wetsvoorstel VBAR door. Het streven is de wet in het eerste kwartaal van 2025 te publiceren in het Staatsblad en per 1 januari 2026 in werking te laten treden.